Terug

Bericht

Deze jongens gingen wél in therapie: 'hoop dat meer mannen hulp zoeken'

Het cliché is waar: mannen zeggen notoir vaak neetegen mentale hulp. Jay en Theun gingen wel in behandeling. Mijn leven staat stil, en ik kan het alleen in beweging krijgen door hulp te zoeken.

In dit artikel wordt gesproken over zelfbeschadiging, suïcide en mentale problematiek.

Corona, klimaat, kansenongelijkheid, de wooncrisis: het leven voor jonge mensen is er de afgelopen jaren niet makkelijker op geworden. En dat wordt steeds voelbaarder: jongeren bereikten afgelopen jaar een dieptepunt in hun mentale gezondheid. Stress onder studenten, constateerde Trimbos deze maand, is hoger dan ooit.

Wat ook uit de data blijkt: mannen zoeken veel minder vaak hulp dan vrouwen, zowel voor fysieke als mentale problemen met soms fatale gevolgen. Wat kunnen we tegen deze kloof doen?

Voor dit stuk spraken we twee jonge Nederlandse mannen die hulp zochten voor hun psychische problematiek. Beiden zitten ze op een ander punt in hun traject en geen van hen ging het makkelijk af maar unaniem zeggen ze: geestelijke gezondheidszorg (ggz)  voor mannen moet bespreekbaarder worden.

Littekens

Jay (25, niet zijn echte naam) uit Zuid-Holland ging bijvoorbeeld in behandeling voor emotieregulatieproblemen en trauma.Zijn ouders kwamen beiden uit milieus die niet goedvoor ze waren. Ik ben opgegroeid met mensen die zelf niet goed met hun emoties konden omgaan, en dat vaak op mij afreageerden.

Jay wil de cyclus van trauma in zijn familie breken. Hij geldt als een uitzondering: Jay zocht namelijk wél hulp voor zijn problemen. Jay: Zowel aan de Nederlandse als de Hindoestaanse kant van mijn familie was het ongebruikelijk dat mannen in therapie gaan. En als iemand ging, waren het de vrouwen die therapie aanraadden.

Bij Jay speelde zijn moeder een grote rol. Ik kreeg al vroeg mee dat zij naar therapie ging, nadat haar zusje suïcide pleegde. Ze veroordeelde me niet, maar nam me direct mee naar de huisarts voor een verwijzing naar de psycholoog, toen ze littekens op mijn armen zag.

Inmiddels vindt hij dat de meeste mensen baat hebben bij een psycholoog: Als je je been breekt, dan ga je naar het ziekenhuis om gips te zetten, en als je mentaal iets hebt dat niet weggaat, dan ga je óók naar een medische specialist, toch?

Theun (24) is op een ander punt in zijn ggz-reis: hij heeft net de eerste stap genomen om in therapie te gaan voor zijn angst- en motivatieproblemen. Hij zit al lange tijd veel vast in zijn hoofd, maar de hobbel om psychische hulp te vragen was tot nu toe te hoog. Ik dacht altijd dat therapie een allerlaatste redmiddel was voor wanneer je suïcidaal bent of niet meer functioneert. Maar mijn leven staat momenteel stil, en de enige manier waarop ik het in beweging kan krijgen is door hulp te zoeken.

De praktische kanten van het zoeken naar hulp een verwijsbrief naar ggz vragen bij de huisarts, een ggz-behandelaar uitzoeken en contacteren zaten zowel Theun als Jay in de weg. Jay: Ik negeerde het feit dat ik therapie moest zoeken, omdat ik het simpelweg te veel moeite en gedoe vond. Mijn vrienden hebben me er uiteindelijk ook mee geholpen.Wat Jay weerhield van het zoeken, waren de wachttijden (die momenteel oplopen tot een halfjaar), en dat niet alle therapieën worden vergoed. Ik moest iets vinden wat paste, én wat betaald werd door mijn verzekeraar.

Bij Theun stapelden zich de problemen op omdat hij, onder meer in zijn thuissituatie en op werk, niet op zijn plek was. Na een blessure die hij door werk opliep kwam hij ook nog eens thuis te zitten, in de Ziektewet.

Op het moment dat hij besefte dat hij niet verder kwam, toen hij al enige tijd thuiszat, maakte Theun een lijst met problemen waar hij tegenaan liep. Toen ik ze bij elkaar zag, was het eigenlijk erger dan ik dacht. Het zette dingen in perspectief, en deed me realiseren dat ik hulp nodig had. Ik mailde mijn vraag om hulp naar een aantal verschillende praktijken. Dat voelde als een grote stap, ook omdat het iets is dat ik al langer uitstel.

Wél problemen, geen hulp vragen

Theun en Jay zijn inderdaad een uitzondering, zeggen de drie specialisten die we voor dit stuk spreken. Mannen zoeken minder vaak en snel hulp. Dat is niet omdat ze het niet nodig hebben: ze hebben evenveel psychische problemen als vrouwen, en in de suïcidecijfers zijn ze zoals gezegd nota bene sterk oververtegenwoordigd.

Pinés Nuku werkt als klinisch psycholoog en psychotherapeut en specialiseert zich in de mentale gezondheid van adolescenten. Hij heeft het idee dat mannen de laatste jaren meer bezig zijn met hun mentale gezondheid onderzoek van een grote beroepsorganisatie voor therapeuten in Engeland van eind 2022 suggereert dat het stigma inderdaad lijkt te verminderen. Maar, leert het onderzoek, hoewel de houding van mannen ten opzichte van therapie is veranderd, vertaalt zich dat niet direct naar hulpzoekend gedrag.

Ook Nuku geeft die kanttekening: Ik zie in de loop der jaren geen echte verschuiving in de man-vrouwverdeling binnen de ggz.Ook het soort problematiek vrouwen meer emotionele stoornissen zoals depressie en angst en mannen meer gedragsstoornissen zoals agressie verandert niet veel, zegt hij. Vrouwen maken bijna twee keer zoveel gebruik van ggz-voorzieningen als mannen, terwijl therapie net zo goed werkt voor mannen als voor vrouwen.

Klein vocabulair

Maar hoe komt dat nu, die kloof? Traditioneel mannelijk gedragkomt vaak voorbij als verklaring voor het hulpmijdende gedrag van mannen. We checken het bij Hannah Mars. Hen is projectcoördinator voor stichting Emancipator, een stichting die mannen meer wil betrekken in genderemancipatie. Voor Emancipator geeft Mars cursussen om mannen en jongens te leren hun masculiniteit om te zetten in iets constructiefs.

Mars ziet dat mannen al vanaf jonge leeftijd weinig vocabulair aangeleerd krijgen om te praten over hun emoties. Uit onderzoek blijkt dat ouders al vóór de geboorte op andere manieren communiceren met hun ongeboren kind zodra ze het geslacht weten.

Dit merkt de 24-jarige Theun ook bij zijn vrienden en de mannen in zijn omgeving: die lijken vaak geen idee te hebben hoe ze moeten praten over hun emoties. Dat merkt hij in het bijzonder als hij over zijn emoties begint. Ze zijn bang zielig gevonden te worden, denkt hij: mannen draaien er omheen, en als je doorvraagt, kappen ze je af. Hoort erbij, zeggen ze dan. Cest la vie.

Vereenzamen

Het resultaat: mannen kampen vaak in hun eentje met (steeds erger wordende) psychische klachten. De afgelopen decennia zijn ze gestaag aan het vereenzamen. Mannen hebben geïnternaliseerd dat ze het helemaal zelf moeten doen, zegt Hannah Mars daarover. Daarom zien ze psychische hulp vaak niet eens als mogelijkheid.

Voor dit stuk spraken we ook kinder- en jeugdpsychiater Anne Pelzer. Zij noemt nog een drempel: in de Nederlandse ggz wordt de nadruk gelegd op praten, terwijl mannen het vaak moeilijker vinden om zich op die manier kwetsbaar op te stellen. De sector wordt daarnaast ook nog eens gedomineerd door vrouwelijke behandelaars, zegt Pelzer: zon 70% van de behandelaars is vrouw, ook al willen veel mannen liever een mannelijke behandelaar. Want de wetenschap leert ons: mensen worden nou eenmaal liever behandeld door iemand die op ze lijkt en dit geldt trouwens ook voor andere minderheidsgroepen.

Symptoom weg, probleem weg

Klinisch psycholoog Pinés Nuku krijgt in zijn dagelijkse werk te maken met mannen die wél de weg naar psychologische hulp hebben gevonden. En die vereisen over het algemeen inderdaad een andere aanpak, zegt hij. Bij mannen moet je bijvoorbeeld expliciet steunend zijn over hun keuze om naar therapie te gaan, en goed de verwachtingen bespreken. Veel mannen zijn namelijk eerder geneigd vroegtijdig te stoppen met de behandeling, en maken daarin vaak pragmatischekeuzes. Ze denken snel: symptoom weg, probleem weg,ziet Nuku.

Ook wanneer ze lijden, voelen mannen vaak de druk om rolbevestigend stoeren pragmatisch op te treden. Niet omdat ze oppervlakkiger zijn of minder lijden, maar omdat ze aan maatschappelijke verwachtingen willen voldoen. Daarnaast zijn mannen anders bedraad: Door bepaalde neurobiologische factoren zijn mannen gemiddeld minder geduldig dus houden ze niet van langdurig gepraat en nemen ze meer risicos, zoals vroegtijdig stoppen met praattherapie.

Hoe ziet zon sessie eruit? Dat verschilt, zegt Jay. Therapie voor mij is praten over wat je dwarszit. Het hoeft niet altijd over de meest complexe problemen te gaan. Soms praat ik over dagelijkse dingen, maar vaak gaat het ook over grotere problemen waar ik mee worstel.

Hij probeert zo open mogelijk te praten met zijn behandelaar: Ik vind dat je niet moet liegen tegen je therapeut. Je bent er om geholpen te worden, en hoe meer ze weten over je, hoe beter de therapie wordt, vind ik. In het eerste gesprek wordt meestal ook gevraagd wat je ervan verwacht. En als je meer sessies, een andere therapeut of therapievorm wilt, kun je dat altijd bespreken met je behandelaar.

Jay zette zijn behandeling door. Therapie gaf hem controle over zijn drang naar automutilatie. Ik kreeg inzicht in waarom ik verdriet en woede voel, en hoe ik er gezond mee om kan gaan zonder schade aan te richten.

Women are sad, men are bad

Jay heeft elke week een gesprek met zijn behandelaar, soms eens in de twee weken. Het helpt me een structuur op te bouwen in mijn leven. En het is fijn om iemand te hebben die simpelweg naar je luistert en je problemen erkent, vertelt Jay. Je hebt iemand voor je die er verstand van heeft, en waarmee je verder geen connecties hebt, los van het feit dat diegene je therapeut is.

Gemiddeld gezien hebben mannen dus niet minder problemen dan vrouwen, maar ze geven er wél anders uiting aan, zien de specialisten die we voor dit stuk spreken. Women are sad, men are bad, luidt het credo onder psychologen.

Als jongens hun emoties uiten, worden ze afgestraft, aldus Hannah Mars van stichting Emancipator. De enige emotie die mannen mogen laten zien is woede. Je kunt je voorstellen dat het snel heel toxisch wordt wanneer je verdriet alleen kunt uiten door woede.

Niet toevalligerwijs wordt het meeste geweld in de wereld gepleegd door mannen, en is het overgrote deel van de bedden in gevangenissen gereserveerd voor mannen. Een groot deel van de gedetineerden kampte al vóór ze in de gevangenis belandden met (onbehandelde) mentale klachten. Dit beschrijft kinder- en jeugdpsychiater Anne Pelzer in haar onderzoek Waar zijn de jongens gebleven?, waarin ze met haar onderzoeksteam analyseerde waarom in de crisishulp vier keer zoveel meisjes behandeld worden als jongens.

Een ABC van de ggz

Eigenlijk zouden kinderen op basisscholen sneller voorlichting moeten krijgen over mentale gezondheid, vindt Jay. In groep 7 en 8 krijg je seksuele voorlichting. Waarom bestaat zoiets niet voor geestelijke gezondheidszorg? Laat kinderen weten dat ze erover kunnen praten, en om hulp kunnen vragen. Ik heb dat gemist; ik heb nooit aan therapie gedacht tot mijn moeder ermee kwam.

Klinisch psycholoog Nuku onderstreept dit: de ggz kan maatschappelijke organisaties als de overheid, werkgevers en scholen steunen, bijvoorbeeld met een voorlichtingscampagne zoals het eerdere Hey, het is oké.

Naast een divers aanbod van behandelaars kunnen er ook meer verschillende zorgvormen komen, denkt jeugdpsychiater Anne Pelzer. Bijvoorbeeld een zorgaanbod waarbij de focus minder ligt op praten maar op beweging, muziek of creatieve therapie. Dat kan ook bijdragen aan een inclusievere ggz.

Kracht

Jay wil andere mannen aansporen ook te praten over hun psychische klachten: Misschien is het een cliché, maar het is oké om hulp te vragen. Je bent er niet zwakker door. Het laat juist je kracht zien.

Dat wil hij benadrukken, want ook in zijn directe omgeving ziet hij de consequenties van het hulpmijdende gedrag van mannen. Suïcide is de grootste doodsoorzaak onder jonge mensen, en Jay zag recent meerdere suïcides in zijn omgeving stuk voor stuk mannen. Ik hoop dat ik dat niet meer mee hoef te maken, als mannen sneller hulp zoeken.

Bron: NPO / Brandpunt+, auteur: Neeltje Walgien

» Meer informatie..
Gemiddeld (0 Stemmen)

Geen reacties gevonden..