Terug

Bron

Forensische zorg

Wat gebeurt er als iemand een delict pleegt?

Mensen die strafbare feiten plegen doen dat soms onder invloed van de stemmen of de wanen van hun psychose. Ook alcohol of drugsgebruik kan van invloed zijn. Mensen die zorg mijden omdat ze zelf niet vinden dat ze ziek zijn, kunnen overlast veroorzaken die niet getolereerd wordt. Weer anderen vallen uit angst, verdediging of frustratie een familielid, hulpverlener of medepatiënt aan.

Melding of aangifte

Na een incident wordt de politie gebeld. Die komt naar de plaats van het delict of het slachtoffer gaat naar het politiebureau. Er kan een melding of aangifte worden gedaan van het voorval. Een melding betekent (nog) geen strafrechtelijke vervolging. De politie weet van het voorval. Dat kan later van pas komen, als zich meer incidenten voordoen. Er wordt een dossier opgebouwd.

Is er aangifte gedaan, dan wordt de (vermoedelijke) dader - de cliënt - door de politie aangehouden of opgepakt, verhoord en al dan niet in voorlopige hechtenis gehouden. De politie verzamelt bewijsmateriaal en legt dat voor aan de officier van justitie. Die besluit na onderzoek of de verdachte aan de rechter-commissaris wordt voorgeleid en hoelang hij in voorarrest moet blijven. Als aangifte niet te vermijden is, is het beter als een derde (bijvoorbeeld een aanwezige hulpverlener) aangifte doet. Als familie slachtoffer is heeft ze vaak geen keus. Maar is die keus er wel, dan raadt Ypsilon de familie doorgaans af om zelf aangifte te doen. Ten eerste is familie de constante factor, de kwetsbare relatie kan ernstig verstoord raken. Een hulpverlener is vervangbaar, de familie niet. Bovendien kan een aangifte niet ongedaan worden gemaakt. De patiënt komt in het justitiële circuit terecht en justitie bepaalt het vervolg.

Medische zorg na aanhouding

De politie is verplicht een psychiater op te roepen als zij een psychiatrische stoornis vermoedt. Arrestanten hebben recht op medische zorg als ze daar om verzoeken. Mensen die psychotisch zijn formuleren over het algemeen geen hulpvraag en kunnen zich tijdelijk beter voordoen dan ze zijn. In die gevallen zijn ze afhankelijk van de inschatting van de politiefunctionaris en de hulp die hij inschakelt voor de arrestant.

Familie kan een belangrijke rol hebben bij een snelle hulpverlening door informatie te verstrekken, bijvoorbeeld over medicatie en de behandelaars die betrokken zijn. In de praktijk komt familie er echter niet altijd aan te pas. Ze kan wel zelf het initiatief nemen en het politiebureau bellen.

Onderzoek

Pro Justitia rapportage

Als men een psychiatrische aandoening vermoedt, moet de verdachte onderzocht worden. In afwachting van dat onderzoek zit hij meestal vast in een Huis van Bewaring. Het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) voert het psychiatrisch onderzoek, het Pro Justitia onderzoek uit, meestal ten tijde van het voorarrest. Het NIFP heeft een ambulante en een klinische poot. Ambulant onderzoek laat het NIFP doen door externe deskundigen volgens beschreven kwaliteitsnormen. Een Pro Justitia onderzoek kan door een psycholoog, een psychiater of beiden plaatsvinden. Bij een zogenaamd tripleonderzoek en bij een klinische observatie in het Pieter Baan Centrum is een milieu-onderzoeker betrokken die uitgebreid referentenonderzoekdoet - liefst met toestemming van onderzochte - en spreekt met familie, vrienden, de huisarts, collegas, enz.

Reclassering 3RO

Ook reclassering kan onderzoek doen naar het gedrag en de sociale omgeving van de verdachte. De reclasseringswerker bekijkt het dossier, voert gesprekken met de verdachte, zijn familie en anderen, kijkt naar oorzaken, verleden, houding, alcohol- en drugsgebruik, taxeert de risicos en geeft een indicatie. De drie reclasseringsorganisaties, kort-weg `3RO` zijn: Reclassering Nederland, Stichting Verslavings-reclassering GGZ en Het Leger des Heils jeugdzorg en reclassering.

De reclassering kán met de familie spreken. Is een familielid mentor van de patiënt, dan móet de reclassering met dat familielid spreken. Vraag na wat de reclassering met de verkregen informatie doet. Er zitten meer kanten aan het geven van informatie. Een andere partij die een rol kan spelen is de officier van justitie. Veel officieren staan open voor het verhaal van familieleden. De officier van justitie bereik je via het telefoonnummer van het Openbaar Ministerie.

Rechtsbijstand door een advocaat

De verdachte hoeft in principe geen advocaat te nemen. Zit hij in voorarrest, dan krijgt hij automatisch een advocaat toegewezen. Hij mag ook zelf een advocaat vragen zijn verdediging te voeren. De advocaat kan weigeren. Zit de verdachte niet in voorarrest, dan moet hij zelf contact opnemen met een advocaat.        

Als iemands inkomen en vermogen beneden een bepaalde grens liggen, kan hij verzoeken om een toegevoegdadvocaat. Om in aanmerking te komen voor zon advocaat moet hij naar de Raad voor Rechtsbijstand met een Verklaring omtrent inkomen en vermogen. De overheid betaalt dan de advocaat. Een eigen bijdrage is verplicht.

Familie kan met de advocaat contact opnemen om hem te informeren over de ziektegeschiedenis van de patiënt. Dit kan ook zonder diens toestemming. Spreek van te voren duidelijk af of dit ook op toevoegingkan, om te voorkomen dat familie een rekening van de advocaat krijgt. Het is prettig als de advocaat verstand heeft van de ggz.

Proces en uitspraak

Er volgt een rechtszaak. De officier van justitie legt de verdachte strafbare feiten ten laste. De advocaat verdedigt de verdachte. Er kunnen getuigen worden gehoord. En er is informatie van de reclassering en een psychiatrisch rapport. Het rapport bevat een beargumenteerd advies van ten minste twee gedragsdeskundigen ten aanzien van de stoornis waaraan de verdachte zou lijden en de toerekenbaarheid. Eén van de deskundigen moet psychiater zijn. Dit advies is niet bindend, maar wordt in de praktijk wel vaak overgenomen door de rechter. De hele procedure kan maanden duren. En als een van de partijen in hoger beroep gaat zelfs jaren.

Als hij vindt dat het delict de verdachte niet kan worden aangerekend vanwege zijn psychische toestand kan de rechter hem ontoerekeningsvatbaarverklaren en besluiten tot ontslag van rechtsvervolging. Hij legt dan een maatregel op. Is de verdachte gedeeltelijk ontoerekeningsvatbaar, dan legt de rechter een combinatie van gevangenisstraf en een maatregel op. Het strafdeel is gericht op vergelding voor dat deel van het delict dat de dader wel aangerekend kan worden. De maatregel moet - na afloop van de gevangenisstraf - zorgen dat de psychiatrische aandoening wordt behandeld, zodat herhaling zoveel mogelijk kan worden voorkomen.

De strafrechter kan de volgende maatregelen opleggen:

  • tbs met bevel tot verpleging (dwangverpleging)
  • tbs met voorwaarden
  • plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis

Gevangenisstraf

De veroordeelde wordt voor een bepaalde tijd opgesloten in een beveiligde inrichting, de gevangenis. Dit is bij voorkeur een penitentiair psychiatrisch centrum.

Bron

Ypsilonbrochure `Psychose, forensische zorg en familie`


Gemiddeld (0 Stemmen)

Geen reacties gevonden..