Terug

Bron

Diagnose behandeling en herstel - Diagnostiek

Je kunt op verschillende plekken een diagnose krijgen. Waar je terecht komt, hangt af van je klachten.

  • Huisarts: voor problemen die relatief eenvoudig zijn, zoals problemen op het werk of thuis.
  • Basis ggz: voor lichte tot matige psychische problemen.
  • Specialistische ggz: voor zwaardere psychische problemen.

Samen kijken jij, je naaste en de professional welke zorg er nodig is (`wat willen we en hoe willen we dat?`).
 
Wat is diagnostiek?

Bij het stellen van een diagnose wordt er informatie verzameld over hoe het met jou gaat, welke klachten je hebt, waar deze vandaan kunnen komen en welke gevolgen ze hebben op je dagelijks leven. Samen met je naasten en de professional zoek je naar antwoorden op vragen als:

  • Wat is er aan de hand?
  • Hoe komt dit?
  • Wat voor invloed heeft dit op mijn leven?
  • Wat kan eraan worden gedaan?
  • Wie doet dat, en waar en wanneer?

Om goede zorg te kunnen krijgen, is het belangrijk dat jij en de professional het eens zijn over de diagnose. Aan de hand van de diagnose gaan jullie namelijk het gesprek aan over de zorgdoelen, de behandelmogelijkheden en de te verwachte resultaten.
 
Verschil met classificeren

Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen classificeren en diagnosticeren. Bij classificeren worden je symptomen geordend met een classificatiesysteem. In Nederland gebruiken professionals vaak de DSM-5 als classificatiesysteem in de geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg. Andere classificatiesystemen of ordeningsprincipes zijn bijvoorbeeld ICD, ICF en NANDA. Volgens de DSM-5 is er officieel geen sprake van een psychische aandoening als jij en je naasten geen hulpvraag hebben en de klachten je dagelijks leven niet erg beïnvloeden. 

Diagnosticeren is het zoeken naar het verhaal achter de symptomen. Om een goed beeld te krijgen van je mentale klachten, is het niet voldoende om de symptomen alleen te toetsten aan de classificatiecriteria.
 
Het proces van diagnostiek begint wanneer je je aanmeldt bij een instelling of vrijgevestigde zorgprofessional. De centrale vragen in deze fase zijn: Wat is je vraag? Kan ik je helpen?

Volgt er een diagnostiektraject? Dan maak je afspraken over de manier waarop de diagnose wordt gesteld en hoe lang dit gaat duren. Samen met de hulpverlener beslis je over de rol van jouw naasten of mogelijke andere professionals om erachter te komen wat jouw hulpvraag is. Als jullie meerdere hulpverleners en/of naasten betrokken worden, dan bespreken zij samen welke verwachtingen zij van elkaar hebben. 

Als jouw hulpvraag en verwachtingen niet aansluiten bij wat de zorgorganisatie kan bieden, dan kan de hulpverlener adviseren om ergens anders passende zorg te zoeken. Als je doorverwezen wordt, denkt de hulpverlener waar mogelijk mee over passende ondersteuning tijdens de wachttijd.

Het samen beslissen over de zorg verloopt in vier fases. 

  • Diagnose als aanname of hypothese (wat is je probleem en hoe is het gekomen)
    In deze fase staat het verkennen van je klachten en problemen centraal, zowel op persoonlijk vlak als in je omgeving. Samen brengen jullie je eigen kwetsbaarheden en weerbaarheden in kaart. Het resultaat is een veronderstelde diagnose over het ontstaan en de ontwikkeling van je problemen. 
  • Indicatie met zorgplan (wat wil je bereiken en wat wordt ons plan)
    Nu gaan jullie de zorgdoelen beschrijven op basis van jouw wensen en behoeften. Het bepalen van de juiste behandelmogelijkheden gebeurt in relatie tot jouw draagkracht en draaglast. Dit alles komt in een zorgplan met daarin de gewenste doelen, gepaste acties en de te verwachten resultaten. 
  • Therapie met resultaat (wat voeren we uit en wat zijn de effecten)
    Vervolgens gaan jullie het zorgnetwerk van professionals en naasten rondom de jou organiseren en de stappen uit het zorgplan uitvoeren. Hierna controleren en bepalen jullie het effect van de genomen stappen. 
  • Beoordeling en reflectie (wat is ons oordeel en hoe gaan we verder)
    In de laatste fase beoordelen jullie de resultaten van ondernomen actie en kijken jullie of de doelen uit het zorgplan zijn behaald. Oftewel: is dit de gewenste uitkomst van de zorg? Afhankelijk van het antwoord nemen jullie een besluit over de voortgang van de zorg, het aanpassen van de stappen uit het zorgplan of het herzien van de diagnose.

Na de diagnose maak je samen met de hulpverlener een zorgplan. Hierna start de behandeling.
 
Second opinion
Als je twijfelt over de diagnose of het er niet mee eens bent, dan kun je een second opinion aanvragen. Bij een second opinion beoordeelt een tweede, onafhankelijke professional de diagnose opnieuw. Je kunt zonder tussenkomst van de huisarts naar een andere professional worden doorverwezen. Wel is het goed als de professional de huisarts informeert over de inhoud van de second opinion. Je kunt je huisarts ook vragen om te helpen bij het vinden van een professional voor een second opinion.

Zie ook

Webinar generieke module Diagnostiek

Interactieve werkkaart diagnostiek: samen koers bepalen


Gemiddeld (0 Stemmen)

Geen reacties gevonden..