Terug

Bron

3. Zorg en behandeling bij psychose

Als je met psychotische klachten hulp zoekt, verwijst de huisarts je door naar de ggz. Na verschillende onderzoeken en gesprekken stelt de psychiater een diagnose. Op grond van deze diagnose komt er een behandelplan. Hierin staan afspraken over wat de behandeling inhoudt, welke medicijnen en therapie de arts voorschrijft, wie de zorg geeft, welke rol de familie heeft etc. Wanneer je een psychotische aandoening hebt, zijn er meerdere behandelmogelijkheden. Vaak wordt er gekozen voor een combinatie van behandelingen. Een passende behandeling kiezen cliƫnten, naasten en zorgverleners bij voorkeur samen. Dit heet samen beslissen.

 

Behandelmogelijkheden

Eigen regie

Met psycho-educatie (voorlichting) vergroot je je kennis over psychosegevoeligheid en de behandelmogelijkheden. Het doel hiervan is om te leren omgaan met de symptomen van de aandoening. Zo krijg je meer controle over de verschijnselen. Bij mensen met de diagnose schizofrenie werkt voorlichting vaak niet of minder goed, omdat ze zich helemaal niet ziek voelen. Hier heeft psycho-educatie aan familieleden en naasten vaak een beter effect.

Om een (nieuwe) psychose vroegtijdig op te merken, kan het helpen om een signaleringsplan te maken. Hierin staat wat de eerste signalen zijn van een psychose, hoe jij en je naasten kunnen merken dat het niet goed gaat en wat jullie daaraan kunnen doen. Een crisiskaart is een persoonlijke, kleine kaart waarin staat hoe je wil dat mensen in een crisissituatie met je omgaan. Het is een soort gebruiksaanwijzing voor naasten en hulpverleners, zodat ze weten wat ze moeten doen in geval van crisis.

Therapie

Bij cognitieve gedragstherapie (CGT) leer je zowel je gedachten als je gedrag te veranderen, op zo'n manier dat je klachten verminderen. CGT wordt ingezet als je wanen en/of hallucinaties hebt en kan helpen bij het voorkomen van een terugval. Ook versterkt CGT het effect van antipsychotische medicijnen. Gedachten Uitpluizen is een vorm van CGT die speciaal is ontwikkeld voor mensen met psychotische klachten. Meer daarover vind je in de themapublicatie 'CGT bij psychose'.

Trauma komt veel voor bij mensen met psychoses. Het is goed te behandelen met exposure therapie en met EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing). Als het trauma zich in je lijf heeft vastgezet, kan een lichaamsgerichte therapie zoals PMT (psychomotorische therapie) verlichting geven.

Medicijnen

Antipsychotica kunnen de psychotische verschijnselen, zoals hallucinaties, wanen en angst, verminderen. Ze zijn verkrijgbaar in pillen, capsules, tabletten, druppels of een injectie. Van de meeste duurt de werking vrij kort, maar er zijn ook soorten die langer werken. Dit heet depotmedicatie.

De medicijnen zijn in te delen in klassieke antipsychotica en atypische antipsychotica. Klassieke antipsychotica verminderen het effect van dopamine in de hersenen. Voorbeelden van klassieke antipsychotica zijn: haloperidol, chloorpromazine, pimozide, zuclopentixol. Atypische antipsychotica regelen de hoeveelheid dopamine en serotonine in de hersenen. Voorbeelden van atypische antipsychotica zijn: aripiprazol, clozapine, olanzapine, paliperidon, quetiapine, risperidon en sertindol. Clozapine wordt ingezet als meerdere andere antipsychotica niet goed hebben geholpen om klachten te verminderen.

Op de pagina Antipsychotica lees je meer over medicijnen bij psychosegevoeligheid.

Gedwongen zorg

Veel mensen kunnen een behandeling krijgen in hun eigen omgeving en gaan akkoord met hun behandeling. Sommigen hebben meer hulp nodig of willen juist geen behandeling. Wanneer iemand met psychosegevoeligheid een direct gevaar is voor zichzelf of voor anderen, kan het zijn dat hij verplicht wordt tot zorg. Deze zorg is geregeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz).

Preventie

Hoe eerder een psychose wordt herkend en de behandeling wordt gestart, hoe groter de kans op een vollediger herstel. Er is dus alle reden om bij ongerustheid snel actie te ondernemen. Er is niet te voorspellen wie een psychose krijgt en wie niet. Er is wel in te schatten of iemand tot een groep met een verhoogd risico behoort. Er bestaan in de ggz speciale EDI (Early Detection & Intervention)-teams. Zij richten zich op het vroeg herkennen van een psychische aandoening. Het VIP-team (Vroege Interventie Psychose) helpt je als je tussen de 18 en 35 jaar bent en een psychose hebt of net hebt gehad. Het FACT-team (Flexible Assertive Community Treatment) richt zich op hulp in de eigen omgeving.

Zie ook

Toolkit Samen beslissen bij psychose

Samenvattingskaart zorgstandaard psychose

Ypsilon brochure VIP-zorg

Bronnen

  1. GGZ Standaarden - Zorgstandaard Psychose
  2. https://www.ypsilon.org/zorg-voor-de-ander/behandeling/
  3. https://www.ypsilon.org/zorg-voor-de-ander/vroeg-ingrijpen/
  4. https://www.ypsilon.org/wat-te-doen-bij/voortekenen/

Gemiddeld (0 Stemmen)
3. Zorg en behandeling bij psychose

onderdeel van:

Psychose

Geen reacties gevonden..