Terug

Verhaal

Het leven van David Mangene

Voor de portretserie Leven met Bipolariteit ga ik in gesprek met mensen met een bipolaire aandoening of hun naasten. Leven met bipolariteit sluit aan op de visie op gezondheid die steeds meer gehanteerd wordt. Het gaat hierbij niet langer om de aan- of afwezigheid van klachten maar als het vermogen van mensen om met de fysieke, emotionele en sociale levensuitdagingen om te gaan en zoveel mogelijk eigen regie te voeren. 

Deze keer praat ik met David Mangene, 52 jaar oud.

Ik ontmoet David bij het Van der Valk restaurant in Ridderkerk. Een man met een vrolijke uitstraling stapt het hotel binnen, en we raken in gesprek. 

Ik ben geboren in Amerika in de staat Florida. We verhuisden vaak. Mijn vader was vertegenwoordiger en stapte nogal eens over naar een andere baan. In de eerste tien jaar van mijn leven zijn we zes keer verhuisd naar verschillende staten. Mijn broer en ik moesten constant nieuwe vrienden maken en weer afscheid nemen. Dat zorgt ervoor dat je je moet aanpassen. In mijn latere leven is dat nog wel eens goed van pas gekomen. En het heeft me ook een hang naar avontuur bijgebracht. Maar er is zeker een keerzijde: het is lastig om geworteld te raken, en vaak heb ik me gedesoriënteerd gevoeld. 

Op mijn tiende zijn we naar Durham in New Hampshire verhuisd, en gelukkig zijn we daar een jaar of tien gebleven. Dat gaf stabiliteit. Het was in de buurt van Boston, en ik voel me dan ook Bostonian. 

In mijn familie zijn behoorlijk veel traumasporen aanwezig, en dat neem je natuurlijk mee. Toen ik drie was ging mijn vader naar Vietnam. Als helikopterpiloot heeft hij daar heftige dingen meegemaakt. Tegenwoordig zou je zeggen dat hij een posttraumatische stress stoornis heeft opgelopen. Enige vorm van hulp heeft hij nooit gehad, en nog jaren heeft hij last gehad van flashbacks. Er was maar één remedie, en dat was precies dezelfde remedie die zijn vader en schoonvader hadden gebruikt, die beiden hadden gevochten in de Tweede Wereldoorlog. Hun oorlogswonden werden ondergedompeld in drank, en dat was exact wat mijn vader ging doen. In zijn manier van leven was mijn vader bijna manisch. Hij werkte als een bezetene, had lief als een bezetene en dronk als een bezetene. Vlak voordat we in 1980 naar New Hampshire verhuisden ging hij naar zijn eerste AA-bijeenkomst, waarna hij van de ene op de andere dag met drinken stopte. Volgens mij was dat de redding van zijn huwelijk, van het contact met mijn broer en mij, en vermoedelijk ook van zijn eigen leven. Zijn bezoek aan de AA-bijeenkomsten veranderden hem op een positieve manier. Hij bleef intens, maar wel zachtaardig. 

Mijn kennismaking met Amsterdam vond plaats in de zomer van 1991. Mijn vader had een baan in Europa aangenomen, en mijn ouders woonden in Best. Ik studeerde nog in Amerika, maar in de zomer van 91 gingen mijn broer en ik naar Amsterdam. Wat een waanzinnige zomer! Een tijd vol coffeeshops, Paradiso en de Melkweg. Daar wilde ik naartoe. Ik verlangde naar avontuur, en net als mijn vader wil ik alles uit het leven halen. 

In 1993 was ik klaar met mijn opleiding in de Verenigde Staten en vertrok ik naar Nederland. De eerste negen jaar werkte ik voor de taalopleiding Regina Coeili in Vught, ook wel bekend als de nonnen. Vijftien jaar woonde ik in Brabant, en daarna verhuisde ik naar Utrecht. Mijn stadje, voor mij is het een beetje het Boston gevoel. 

Altijd, ook als kind al, ben ik een mens van extreme stemmingen geweest. Ik had enorm veel energie en kon heel blij zijn. Vrienden van mij zeggen: bij David is het altijd heftig. 

Toen ik een jaar of zestien was had ik last van stemmetjes, negatieve gedachten; mijn eerste depressieve periode had ik op mijn negentiende. Na een jaar studeren en feesten kwam ik terug van de universiteit, en toen ik mijn moeder zag stortte ik in. Dit lijkt op mijn oma, dacht ik. Bipolariteit bleek aan vaders kant in mijn familie te zitten. Mijn oma had er last van, en twee nichten ook. Een diagnose zou nog lang op zich laten wachten. 

Ik kom uit een Italiaanse familie, en over zaken als gevoelens en oma`s aandoening werd niet gesproken. Stoere mannen die niet zeuren en zeker niet gevoelig zijn In Amerika is sport een van de manieren om uit te blinken, zeker op de universiteit. Als je goed in sport bent maak je vrienden. En ik was er goed in, maar het nadeel was dat ik mezelf druk oplegde. Presteren was ook een manier om goedkeuring van mijn vader te krijgen. Misschien komen al die stemmetjes ook wel van mijn vader. Het motto leek te zijn: meer, meer en nog eens meer. Ik wilde hem pleasen. Ik was op de vlucht voor de gedachtes in mijn hoofd. Elders is het gras groener, hier is het niet goed genoeg. 

Achteraf kan ik vaststellen dat ik ook manische episodes heb gehad, alleen duurden die maar enkele dagen. Als ik manisch was ging ik gebruiken en feesten, en dan zak je juist weer sneller in een depressie. Ik kon trouwens ook jarenlang stabiel zijn. Bij grote levensgebeurtenissen zoals de geboorte van mijn kinderen en een verhuizing kon het mis gaan. 

Een jaar of zeven geleden kwam Dominique, mijn anker en huidige partner, in mijn leven en toen ben ik op zoek gegaan of wat ik mankeerde een naam had. Ik heb veel gelezen en gegoogeld, en toen kreeg ik toch wel het idee dat mijn problemen DSM-waardig konden zijn. Inmiddels is dat een jaar of vijf geleden. 

In 2017 ben ik terechtgekomen bij het centrum Lievegoed. Ik was suïcidaal; daar hebben ze me gered. Bij Lievegoed is ook de diagnose bipolair gesteld. Dat was een teleurstelling. Vanaf nu ben ik een patiënt, ziek. Het voelde als gevangenisstraf: levenslang pillen en therapie. Maar het bleek ook een periode te worden van werken en leren, en dat vind ik fijn. Mijn grootste uitdaging is het accepteren. Mijn mantra is: I can handle this because Im fine. Het is ook een gevecht geweest met mijn gedachten, die iets anders zeiden. Soms lijkt het een verslaving aan negativiteit, en dat is nu veel minder geworden. 

Wat mij heeft geholpen zijn een aantal basisregels. Elke dag begin ik met vijftien minuten yoga, gevolgd door vijfentwintig minuten ademhalen. Zeg maar mindfulness, wat ervoor zorgt dat ik aanwezig ben in het nu. Ook therapie en medicatie zijn belangrijk voor mij. Daarnaast ben ik bezig met de gedachtes in mijn hoofd, en wat ik kan doen om me fijn te voelen. De dingen loslaten en niet persoonlijk maken. 

En dan is er de relatie met Dominique. Zij is mijn anker en ik leer veel van haar. Ik ben minder onstuimig gaan leven. Drugs gebruik ik niet meer, en alcohol drink ik met mate. 

Ik kan enorm blij worden van mijn werk. Nog steeds geef ik taalles. Ik heb twee boeken geschreven, en de omdenkshows zijn de kers op de taart. Als muzikant speel ik in de huisband van de omdenkshow. Afgelopen jaar hebben we in veertig theaters gespeeld. Gitaar spelen en zingen is echt een feest voor mij. Als ik dan zon theater binnenloop heb ik een enorme smile op mijn gezicht. 

Omdenken kun je ook toepassen op bipolariteit. Stap 1 is acceptatie van de werkelijkheid. Ja zeggen: ik heb een aandoening, om vervolgens naar stap 2 te gaan. Dingen uitproberen en onderzoeken, en zoeken naar mogelijkheden. 

Kortgeleden heb ik een tweede boek uitgebracht met de titel Bipolar Boy, daarin zijn mijn pogingen tot acceptatie opgetekend. Het gaat ook over mijn herstel. Inmiddels durf ik te zeggen dat ik goed kan leven met mijn bipolaire aandoening. Ik ben wel gelukkig, zit op de goede plek, ben artiest en mag dingen maken. Op mijn lauweren rusten is er echter niet bij. Ik moet eraan blijven werken.

Henk Mathijssen


Gemiddeld (2 Stemmen)
Het leven van David Mangene

Geen reacties gevonden..