Terug

Bericht

Hoogleraar Floortje Scheepers: 'Mensen met psychische problemen hebben geen afwijking'

Floortje Scheepers, onder andere hoogleraar Innovatie in de ggz, wil af van de gedachte dat psychische problemen een afwijking zijn. Daarvoor is de menselijke psyche te ingewikkeld. `De psyche van mensen komt vooral tot stand in interactie met de omgeving. We moeten het simpele lineaire denken van oorzaak, gevolg en fixen, loslaten.`

Autisme, ADHD, borderline, het zijn allemaal diagnoses die in de DSM-5, het grote handboek van de psychiatrie, staan. Volgens Scheepers, ook hoofd van de medische onderwijs- en onderzoeksafdeling psychiatrie in het UMC Utrecht, is er echter nooit hard bewijs gevonden dat die aandoeningen daadwerkelijk bestaan. Psychische problemen zouden op een andere, bredere manier aangepakt moeten worden. Professionals in het sociaal domein kunnen daar misschien een (grotere) rol bij spelen. 

In de hersenen van mensen met bijvoorbeeld autisme of ADHD zijn toch afwijkingen te zien?

Scheepers: `Nee, dat wordt zo uitgelegd, maar dat klopt niet. Er is te zien dat er bij mensen met ADHD of autisme op groepsniveau kleine verschillen zijn met mensen zonder deze kenmerken, als je kijkt naar hoe bijvoorbeeld netwerken zijn aangelegd in de hersenen. Maar het gaat maar om kleine verschillen en de overlap met de `normale` populatie is heel groot. 

Ook is gebleken dat er enorm veel variatie bestaat. Er is geen mal van gezonde en zieke hersenen. Je kunt geen harde grens trekken tussen wat nou normaal en abnormaal is. 

Bovendien is de diversiteit binnnen verschillende groepen, met bijvoorbeeld autisme of ADHD, ook enorm groot. Als je een bepaalde afgegrensde groep met `de gewone populatie` vergelijkt, dan zul je altijd verschillen vinden. Ook als je de hersenen van kunstenaars of topsporters vergelijkt met die reguliere populatie.`

Waarom moet de psychiatrie breder kijken dan alleen naar de diagnoses van de DSM?

`We hebben uiterlijke kenmerken van mensen geclusterd. Mensen die sociaal onhandiger zijn of meer hechten aan patronen en rigide zijn, worden onder het kopje autisme geschaard. Het zijn kenmerken in gedrag, maar het zegt niets over waar dat gedrag vandaan komt. Het achterliggende samenspel van factoren is oneindig veel ingewikkelder.

Soms spelen genen een rol. Maar de psyche van mensen komt vooral tot stand in interactie met de omgeving. Zo kunnen ook hechtingsproblematiek of een stressvolle situatie, als je ouders bijvoorbeeld gaan scheiden, kenmerken van autisme of ADHD veroorzaken.`

Wat moet er gebeuren om de diagnostiek en de behandeling te verbeteren?

`We moeten dat hele simpele lineaire denken van oorzaak, gevolg en fixen loslaten. Niet denken dat er simpele oplossingen zijn. Juist bij verward en onbegrepen gedrag is er een veelheid aan factoren die een rol spelen. Je kunt mensen alleen maar helpen, in interactie en binnen dat complexe samenspel van factoren. Bij onbegrepen gedrag is het heel belangrijk om dat als uitgangspunt te nemen. Dat geldt voor sociaal werkers, voor de politie, maar ook voor de psychiatrie. 

Zo is aangetoond dat mensen die zich sociaal buitengesloten voelen, een grotere kans hebben op het krijgen van een psychose. Eenzaamheid, of social exclusion, is een van de belangrijkste veroorzakers van mentale problematiek.

Ik denk dat in het sociaal domein al vaker gewerkt wordt zoals we dat in de psychiatrie ook zouden moeten doen: integraal, holistisch en vanuit complexiteit. Het is belangrijk om eerst met de cliënt een analyse te maken van hoe iemand op dat punt is gekomen. Mensen kunnen ontregelen omdat ze stressfactoren ervaren, maar het kan ook zijn dat ze te weinig hulpbronnen, zoals warme vriendschappen, hebben. En vervolgens ga je bekijken: wat kan de cliënt zelf doen, wat kunnen informele hulptroepen bijdragen en wat kan ik daar als professional aan toevoegen?`

Professionals in het sociaal domein werken toch al op die manier?

`Professionals in het sociaal domein werken misschien al op die manier maar nemen ook vragenlijsten af bij hun cliënten die door professionals zijn bedacht. In het UMC Utrecht hebben we een netwerkintake ontwikkeld, waarin we professionals op allerlei plekken in het land aan het trainen zijn. Dat kunnen huisartsen, psychiaters of professionals in het sociaal domein zijn.

Het verschil is dat de netwerkintake samen met de cliënt en de naaste gemaakt wordt. De cliënt visualiseert samen met de naaste en professional zijn verhaal door alle factoren die den rol spelen te tekenen. De tekening is een neutraal midden waar het verhaal van de cliënt en de professional elkaar ontmoeten. Dat is een veel gelijkwaardiger uitgangspunt om te zoeken naar oplossingen.`

Moeten de cliënten met minder zware psychische problemen doorverwerzen worden naar het sociaal domein?

`Niet zonder na te denken over hoe we op dit moment het stelsel hebben ingericht, anders schuiven we de problemen slechts op een ander bordje. Als je in een klas van 35 kinderen wat impulsiever bent dan gemiddeld en niet stil kan zitten, dan heb je het zwaar. Moeten we die kinderen dan uit de klas halen en behandelen voor ADHD? Of moeten we eens nadenken over de grootte van de klassen? Of het rooster? De kinderen wat vaker naar butien laten gaan en kortere lessen aanbieden bijvoorbeeld? Dat zijn oplossingen die een collectief belang hebben en een duurzaam fundament neerleggen voor een mentaal fitte samenleving.

Ook professionals in het sociaal domein kunnen misschien een bijdrage leveren aan het creëren van een steviger fundament waarin mensen met psychische problemen niet altijd gezien worden als kwetsbaar, maar deel zijn van het geheel. We hebben `drinkplekken` nodig waar we elkaar kunnen ontmoeten zonder oordeel. Vroeger hadden kerken die functie, denk ik. Het zou mooi zijn als we als samenleving plekken kunnen creëren waar we ons met elkaar verbonden voelen en met elkaar kunnen groeien.`

Bron: Zorg + Welzijn

» Meer informatie..
Gemiddeld (0 Stemmen)

Geen reacties gevonden..