online platform

De zelflerende chatbot genaamd ChatGPT is als hoogstandje op het gebied van kunstmatige intelligentie veel in het nieuws geweest de afgelopen tijd. Sinds de lancering wordt de chatbot massaal gebruikt om antwoorden en teksten te genereren voor diverse doeleinden. Ook in de zorgsector is er inmiddels interesse gewekt in de mogelijkheden van deze technologie. EenVandaag maakte een item over de vraag voor welke toepassingen ChatGPT geschikt zou kunnen zijn binnen de geestelijke gezondheidszorg.

Een taalrobot die teksten kan schrijven; daar zijn een hoop toepassingsmogelijkheden voor te bedenken, maar het inzetten binnen de ggz ligt niet direct voor de hand. Toch zijn sommigen hier nu al enthousiast over. Zo ook klinisch psycholoog Heleen Riper: 'Ik denk dat we echt voor een gigantische revolutie staan. Alleen daar zijn we nog niet.'

Wat moeten we ons dan voorstellen bij zon chatbot in de geestelijke gezondheidszorg? Is juist het menselijke contact hier niet heel belangrijk? 'Soms vinden mensen het ook juist fijn om anoniem in gesprek te gaan, je schaamt je minder omdat er niet een echt mens tegenover je zit', vertelt Heleen Riper aan EenVandaag. 'Maar mensen moeten wel weten dat ze ook met een chatbot spreken.'

Ze verwacht niet dat kunstmatige intelligentie de psycholoog volledig gaat vervangen: 'In een behandelsetting ga je het zeker nog begeleid inzetten. Of je gebruikt het als hulpmiddel, als je niet helemaal zeker bent over de diagnose. Misschien kan het programma straks aan je stem herkennen wanneer er een depressie nadert.'

Dat laatste is volgens Vanessa Evers, onderzoeker in de computerwetenschappen en hoogleraar robotica, een reële mogelijkheid. 'Omdat je het in de stem of ademhaling hoort, kan bijvoorbeeld een hartinfarct herkend worden. Daar zijn we allemaal mee bezig nu.' Zo wordt kunstmatige intelligentie in Engeland ook al toegepast door zorgverleners om sneller en efficiënter diagnoses te kunnen stellen. Toch moeten we nog niet te veel aan dit soort technologieën overlaten en blijft menselijke controle belangrijk. 'Het kan vooral assisteren, en nog niet vervangen. Het ligt voor de hand dat je met die technologie gaat kijken naar wat je kunt automatiseren', aldus Evers.

'Robots leren uit data die al bestaat. Als de informatie in de zorg vooroordelen bevat, zoals het feit dat er in de zorg veel meer bekend is over ziektes en aandoeningen bij mannen, dan krijgt ook kunstmatige intelligentie die vooroordelen mee', legt de onderzoeker uit. 'Er zit dus nog echt een verantwoordelijkheid in het ontwikkelen van AI. En dat is een enorme uitdaging. Maar daarvoor werken we ook samen met ethici en bijvoorbeeld psychologen.'

Bron: GGZ.nl