Terug

Bericht

Belangrijke stap gezet om afbouw antidepressiva te verbeteren

Met een nieuw document zijn de adviezen voor afbouw van antidepressiva compleet en kan de afbouw van elk antidepressivum goed voorbereid en begeleid worden. De behoefte aan handvatten voor het afbouwen van antidepressiva bij patiënten, naasten, artsen en apothekers is groot. In 2018 stelden de beroepsverenigingen van huisartsen (NHG), apothekers (KNMP) en psychiaters (NVvP), samen met MIND, al een document op voor het afbouwen van veelgebruikte antidepressiva (SSRIs en SNRIs). Het nu verschenen extra document beschrijft hoe de overige in Nederland voorgeschreven antidepressiva afgebouwd kunnen worden.

Naast het document voor artsen en apothekers is bovendien ook informatie voor patiënten en naasten ontwikkeld. Daarin staat voor patiënten overzichtelijk en helder uitgelegd wanneer en hoe je kunt stoppen met antidepressiva, welke verschijnselen je kunt verwachten, hoe je je kunt voorbereiden op afbouw en stoppen en welke hulp er mogelijk is. Deze nieuwe producten zijn ontwikkeld met behulp van subsidie van het ministerie van VWS.

In Nederland slikken zon 250.000 mensen langdurig antidepressiva. Depressie en angststoornissen kunnen met deze medicijnen vaak goed behandeld worden en de kans op een terugval wordt erdoor gehalveerd. Het langdurig gebruik van antidepressiva kan voor mensen die kwetsbaar zijn voor het krijgen van depressies of angstklachten een weloverwogen keuze zijn. Tegelijkertijd hebben veel mensen, vanwege bijvoorbeeld bijwerkingen of door afname van de oorspronkelijke klachten, ook de wens om de medicatie te minderen of ermee te stoppen. Dit kan door de medicatie in stappen af te bouwen. Dit afbouwen is niet altijd eenvoudig: mensen weten niet goed hoe, ervaren angst om terug te vallen en/of zijn bang voor onttrekkingsverschijnselen. Dit kan ertoe leiden dat mensen onnodig antidepressiva blijven gebruiken.

Afbouwadviezen bieden houvast aan patiënt, naaste, arts en apotheker

De documenten met afbouwadviezen bieden meer houvast aan patiënten, naasten en behandelaren om samen te beslissen hoe ze antidepressiva kunnen afbouwen.  Ook geven ze aanbevelingen voor een goede voorbereiding en begeleiding tijdens het afbouwen.  Vanwege de beperkte wetenschappelijke literatuur, zijn de aanbevelingen gebaseerd op kennis vanuit psychofarmacologie, expert-opinion, patiënten perspectief en praktijkervaring.

Het belangrijkste advies is om de afbouw te starten vanuit gedeelde besluitvorming (shared decision making) tussen de patiënt, desgewenst diens naaste, en de behandelend arts. Daarnaast adviseren de opstellers om meer systematisch, vergelijkend onderzoek te doen naar de afbouw van antidepressiva.

Adviezen voor begeleiding bij gebruik en afbouw antidepressiva

In een behandeling met antidepressiva is het na het bereiken van verbetering belangrijk dat arts en patiënt regelmatig bespreken of de antidepressiva nog nodig zijn of dat het mogelijk is om af te bouwen. Het voorschrijven en het afbouwen van antidepressiva is maatwerk. Patiënten reageren verschillend op het afbouwen. Wanneer een patiënt mindert of stopt kunnen er onttrekkingsverschijnselen optreden. Dat varieert van o.a. griepachtige verschijnselen, slaapproblemen, psychische en cognitieve problemen, stemmingswisselingen, misselijkheid tot hartproblemen.  Deze verschijnselen verdwijnen gemiddeld na een dag tot zes weken, afhankelijk van het middel en de gesteldheid van de patiënt. Als de psychische klachten een week na de afbouwperiode aanhouden, is er kans dat er een terugval heeft plaats gevonden. Een risico van het afbouwen van antidepressiva is dat de oorspronkelijke angst- of depressieve klachten na verloop van tijd terugkeren. Bij de wens om antidepressiva af te bouwen is het dus belangrijk dat arts en patiënt eerst de risicos en de eventuele eerdere ervaringen met afbouwen of stoppen bespreken.

Wordt het afbouwtraject vervolgens gestart dan spreken arts en patiënt samen het tempo en de doseringsstappen af. De kans op succesvol afbouwen wordt groter met een goede begeleiding van arts en apotheker tijdens het afbouwen. Belangrijk hierbij is dat de arts en de apotheker de patiënt goed voorlichten over mogelijke onttrekkingsverschijnselen, afspraken maken met de patiënt over het afbouwtraject en de mogelijkheid bieden om regelmatig contact en tussentijds overleg te hebben over hoe het gaat. 

Bron: MIND Platform

» Meer informatie..
Gemiddeld (0 Stemmen)

Geen reacties gevonden..